PREVIEW 2 : “Invloed van mobiliteit op het wonen” (concept  b).

 Vraagstelling:

“Toen de burger de beschikking kreeg over betere vervoermiddelen als de trekschuit, postkoets of later de fiets kon hij zijn dagreizen langer maken, voordat hij genoodzaakt werd om te verhuizen vanwege schaarste aan werk, voedsel, kleding e.d.

Met beschikbaarheid van trein, auto en vliegtuig is zijn dagbereik nog eens flink toegenomen.

De vraag, die zich hierbij voordoet, is wat de invloed van mobiliteit op het wonen is?”

Definities:

De wooncultuur van de mens hangt nauw samen met de vraag of en hoe in de eerste levensbehoeften kan worden voorzien.

Is er voldoende water en voedsel in de buurt en is het veilig?

Als het antwoord positief is, kiest de mens er voor om langere tijd op een plek te blijven en maakt hij werk van het inrichten en versieren van zijn woonomgeving.

Als de omstandigheden veranderen en bijvoorbeeld het voedsel van verder weg moet worden gehaald, neemt zijn mobiliteit toe.

Wooncultuur:

De reistijd, die hiervoor nodig is, kan dan niet aan het verfraaien van de woonomgeving worden besteed.

De vervoermiddelen, die hij gebruikt, worden rond de woning gestald (paard en wagen) of geparkeerd (fiets, brommer, motor, auto’s ).

Indien er rondom de woning voldoende bufferruimte is (bijvoorbeeld in een landelijke omgeving) zal dit verschijnsel weinig problemen op leveren.

Problemen:

Echter daar waar woningen dicht opeen zijn gesitueerd (bijvoorbeeld in de stad of in hoogbouwsituaties) is dichtslibbing van de (schaarse) openbare ruimte een risico.

Door meerdere auto’s per huishouden (boven de parkeernorm), komen vooral de oudere bestemmingsplannen in de knel.

De moderne samenleving:

In de Internetsamenleving vervalt, gedeeltelijk, de noodzaak om zelf dagelijks naar de winkel of het kantoor te gaan.

Het uitzoeken, bestellen en betalen gaat via Internet, waarna de goederen worden thuisbezorgd.

Via de computer kan kantoorwerk in de eigen woning worden gedaan.

Na goedkeuring van de geleverde arbeid wordt het loon automatisch bijgeschreven.

Gevolgen:

In woonwijken heeft dit tot gevolg dat daar overdag ook kantoorwerk wordt gedaan en dat de smalle woonerven regelmatig worden bereden door bestel- en vrachtauto’s van de koeriersdiensten.

De overheid probeert met maatregelen, zoals locaal openbaar vervoer of parkeervergunningen het wonen in goede banen te leiden.

Maar als je veel bagage bij je hebt, is openbaar vervoer niet ideaal en is het ook niet leuk, om je auto, met volle kofferbak, drie straten verder op te moeten parkeren.

Oplossingen:

In onze moderne samenleving is eigen autobezit een grondrecht van elke burger is geworden en wordt het locale openbaarvervoer door hem meestal niet als geschikt alternatief beschouwd.

Dit heeft consequenties voor het ontwerp van woonwijk en woning.

Ten behoeve van berging en stalling van de bijbehorende voertuigen moet op het eigen erf ruimte worden geboden.

Ook parkeergelegenheid voor incidentele bezoekers valt hieronder.

Erfenis uit het verleden:

Garages, carports, container- en tuinbergingen zijn maar al te lang niet als basisvoorziening beschouwd.

Om kosten te besparen werden ze vaak bij nieuwbouwprojecten wegbezuinigd, met als argument, dat later de bewoners daar liever zelf voor wilden zorgen.

Intussen zit menig woonerf opgescheept met de negatieve gevolgen van deze kortzichtigheid.